Patenten op zaden vormen gevaar

Patenten op zaden zijn een bedreiging voor vrije gewasveredeling en voedselproductie, zegt Nout van der Vaart van Oxfam Novib.

© Haijo Dodde

Het Europees Parlement stemde onlangs voor het voorstel van de Europese Commissie om nieuwe genetisch gemodificeerde organismen (gmo)-technieken toe te staan op de Europese markt. Door niet adequaat het probleem van patenten op zaden aan te pakken, werkt Europa verdere monopolisering en machtsconcentratie in de zaadveredelingssector in de hand.

Het probleem is dat deze technieken en de gewassen die ermee worden ontwikkeld niet zijn te onderscheiden van gewone gewassen, maar – in tegenstelling tot gewone gewassen – wel patenteerbaar zijn. Patent mag worden aangevraagd op planteigenschappen die door gerichte genetische veranderingen (’technische stappen’) in een plant zijn ontwikkeld, maar die net zo goed ook op een natuurlijke wijze kunnen ontstaan.

Duizend claims

Er bestaan al meer dan duizend patentclaims op planteigenschappen die met de nieuwe technieken zijn ontwikkeld. Het vrijgeven van deze technieken zal leiden tot verdere beperkingen: doordat het onderscheid tussen normale en gmo-gewassen niet meer valt te maken en er steeds meer planteneigenschappen kunnen worden gepatenteerd, lopen boeren en veredelaars ongevraagd het risico om inbreuk te maken op patenten en hiervoor worden aangeklaagd.

Vooral voor boeren in het mondiale Zuiden is een onbeperkte en vrije toegang tot de genenpool noodzakelijk

Nout van der Vaart, voedselexpert bij Oxfam Novib

Het voorstel van het Europees Parlement om die patenteerbaarheid te schrappen is weliswaar sympathiek, maar zal in de praktijk hoogstwaarschijnlijk onuitvoerbaar blijken. Het Europees Octrooibureau, dat Europese patentaanvragen beoordeelt, baseert zijn besluiten op Europese patentwetgeving, die de nieuwe technieken gewoon als technische vinding en dus patenteerbaar beschouwt. Om die wetgeving te veranderen, is instemming van alle Europese landen vereist, iets wat waarschijnlijk jaren duurt.

Strenger handhaven

Wat veredelaars en boeren zou helpen, is als het Europees Parlement en de lidstaten het octrooibureau verzoeken om het bestaande patentverbod op gewone voedselgewassen strenger te handhaven. Het bureau heeft in de afgelopen jaren honderden patenten op gewone gewassen toegekend, doordat bedrijven in hun patentaanvraag stellen dat hun ‘nieuwe’ gewas met technische stappen ontwikkeld is, en vaak ook door middel van nieuwe gmo-technieken is te creëren.

Zo kon het gebeuren dat er vorig jaar patent werd verleend aan een Duits bedrijf dat door technische stappen koudetolerantie in vroeg kiemende mais had ‘ontdekt’, terwijl het Friese bedrijf Nordic Maize breeding al jarenlang met die eigenschap werkt.

Onlangs kende het bureau definitief een patent toe aan Rijk Zwaan op sla die bij hogere temperaturen kiemt. Het bedrijf, dat overigens eerder heeft gemeld zelf ook geen voorstander van patenten te zijn, krijgt nu het exclusieve recht op alle slasoorten die bij hogere temperaturen kiemen.

Hindernis

Het moge duidelijk zijn: patenten op zaden zijn een hindernis voor plantenveredelaars en boeren om voedselgewassen verder te blijven ontwikkelen. Vooral voor boeren in het mondiale Zuiden is een onbeperkte en vrije toegang tot de genenpool noodzakelijk om hun gewassen te blijven verbeteren en in hun voedselbehoefte te voorzien.

Patenten zijn ook vooral een middel voor grote bedrijven om hun machtspositie en marktpositie te verstevigen. Slechts vijf bedrijven verkopen meer dan de helft van het wereldwijd verkochte zaad. Toelating van nieuwe gmo’s zonder het patentenprobleem adequaat aan te pakken is onwenselijk en zal vooral voor hen gunstig uitpakken.

Reacties zijn gesloten.